Houwerzijl een dorp in de Marne

Oude tekening Houwerzijl

 

Houwerzijl vandaag

Houwerzijl is een klein levendig wierdendorp in de Marne, een landstreek in Noord-West Groningen, vlakbij de grens met Friesland. 'Houw' betekent akkerbouwgrond op of bij een wierde. De naam Houwerzijl dateert van ongeveer 1300 en is verbonden aan de zijl (sluis) bij wierde 'De Houw' tussen Ulrum en Leens. De bewoners worden 'Houwerzielsters' genoemd.

Het dorp ligt aan diverse wandel-, fiets- en vaarroutes. Het kleine dorpshaventje aan de zuidkant van het dorp, waar het 'Houwerzijlsterdiep' is gedempt, is toegankelijk voor een kano of kleine open boot.

Wierdendorp Houwerzijl 

Het 'Pakhoes' aan het haventje is stille getuige van de voormalige overslagplaats van het 'Houwerzijlsterdiep'. Het 'Zijlhoes', in 1680 gebouwd voor het 'Houwerzijlvest' (voorloper van het waterschap), is het oudste pand van het dorp en een rijksmonument. Daar tegenover kwam later een kroeg annex bakkerswinkeltje voor schippers en dorpelingen. De 'Ui', een natuurlijke speel- en ontmoetingsplek; de 'Theefabriek', een theeschenkerij, theewinkel en theemuseum; en de 'Graanschuur', een ontmoetingsruimte, zijn het middelpunt van het dorpsgebeuren.

Oorsprong Houwerzijl

Houwerzijl maakt deel uit van de eerste generatie wierden. Als oudste dorp van de Marne heeft het in de loop der eeuwen letterlijk en figuurlijk veel stormvloeden doorstaan. Het oostelijk deel van Houwerzijl ligt op een kleine wierde, die later is opgegaan in een zeedijk. Het zuidelijk deel, de 'Bokkediek' (Dijksweg) is een voormalige zeedijk gebouwd op een oudere en hogere kwelderwal. 'Ollediek' (oude dijk) staat op deze dijk en kijkt uit op weids land wat van de 13e tot de 16e eeuw nog getijdengebied van de Lauwerszee was.

Noordelijk van Houwerzijl, lag het voormalige Vliedorp (verdronken tijdens de Kerstvloed 1717) op en rondom een ​​hoge wierde 'Olle Weem'. Zuidelijk van Houwerzijl lagen 3 huiswierden dicht bij elkaar 'de Hoogster wierden' waarop ook 3 boerderijen stonden (Vliedorpsterweg). De westelijke boerderij 'Westerhuis' (1868) stond op een vroeger 3 meter hoge wierde. De oostelijke boerderij 'de Hoogte' (oorspronkelijk 'Hogerheem' van voor 1585) stond vroeger op een bijna 4 meter hoge wierde. De 3 wierden zijn in de jaren 1920 bijna volledig afgegraven en verkocht als wierdegrond. De middelste wierde tussen het Westerhuis en de Hoogte is nu onbehuisd.

Vanaf de 9e eeuw breidde de Lauwerszeeboezem zich geleidelijk uit. Het resterende kweldergebied veranderde in een stelsel van eilanden en schiereilanden, van elkaar gescheiden door prielen, kreken en getijdengeulen. Een van deze kreken maakte in de 11e of 12e eeuw verbinding met de "Hunze", die een nieuw stroombed in westelijke richting zocht. De nieuwe riviermonding kreeg later de naam 'Reitdiep' vanwege de uitgestrekte rietvelden. Zuidelijk van Houwerzijl en de Hoogster wierden, aan de zuidkant van de Marne, ging door de zware stormvloeden in de 13e eeuw steeds meer land verloren. Door de ligging op de oude wat hogere kwelderwal bleef Houwerzijl overeind, maar kwam direct aan de Lauwerszee te liggen. Een deel van het oude land verdronk en de bouw van een nieuwe dijk, de 'Suterdicke' of 'Zuiderdijk' in 1287 moest het water keren. Het achterliggende laagland werd afgewaterd via de 'Swalve', een slingerende waterloop waarvan de resten nog als de 'Zwaluwertocht' bestaan.

Terwijl de zee zich uitbreidde werd door bewoners rond 1300 een zeedijk gebouwd rondom het grondgebied van 'Vliedorp', 'Niekerk' en 'De Ewer'. In 1571 is de nu nog bestaande dijk aangelegd van de oude Molen (Molenstraat) tot 'Olweem' en terug tot aan boerderij het 'Ganzenhuis' (Hoofdstraat).

Nadat het land bedijkt was kon het water niet meer vrij afstromen naar zee. Daarom werd aan de oostkant van Houwerzijl, door het Houwerzijlvest, aan het begin van de 14e eeuw een houten (koker)sluis in de dijk gebouwd om het Houwerzijlsterdiep (het gekanaliseerde en gedeeltelijk verlegde riviertje 'de Vlakke Riet') af te wateren via het Reitdiep naar open getijdenwater.

Houwerzijl kwam vanaf de 16e eeuw tot bloei als havenplaatsje, voor het vervoer van landbouwproducten via het 'Reitdiep', 'Winsumerdiep' en 'Boterdiep' naar Groningen. Scheepvaart, veeteelt en visserij waren de belangrijkste bestaansmiddelen van de eerste bewoners van Houwerzijl. Later begon men ook met de teelt van landbouwgewassen.

Tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 is de zijl (uitwateringssluis) bij Houwerzijl weggeslagen. Er werd een nieuwe sluis gebouwd langs het nog bestaande 'Zijlhoes' en het pand wat nog tot 1960 fungeerde als dorpskroeg. Deze laatste sluis is na de kerstvloed van 1717 buiten bedrijf gesteld in 1727 en in 1728 verwijderd nadat het buitenriet verzand was. Het Houwerzijlsterdiep werd gedempt en daarmee verdween ook de bedrijvigheid voor beurtschippers in de trekvaart. Er werd steeds meer kwelder en slikgrond ingepolderd, waardoor landbouw de belangrijkste inkomstenbron werd. Tot de jaren 1960 was Houwerzijl een besloten samenleving van boeren, landarbeiders, middenstanders, de dominee en onderwijzers. Een landbouweconomie waar de boeren de lakens uitdeelden en de kerk leidend was in het doen en laten van de gemeenschap.